Hoofdstuk 5 Bodem - Fysisch-chemische parameters
5.1 Informatie over de metingen
Eens in de drie jaar worden monsters genomen van het bodemmateriaal in de Westerschelde. Figuur 5.1 laat de 12 bemonsteringslocaties zien die in 2016 zijn gebruikt. De locatie Walcheren 2 km uit de kust is sinds 2010 niet meer gemeten. Resultaten van dit station zijn terug te vinden in de Eerstelijnsrapportage 2010.
5.2 Metalen
In Figuur 5.2 t/m Figuur 5.8 zijn de metalen in het bodemsediment in de Westerschelde weergegeven. Op de horizontale as zijn de stations gerangschikt van west (links) naar oost (rechts). Globaal gezien laten de meeste metalen laten op de meeste stations een afnemende trend in de tijd zien, die voor sommige metalen en stations sterker zijn dan voor andere. Daarnaast is voor sommige metalen (cadmium, chroom, koper, kwik en zink) te zien dat de hoeveelheid metaal in de richting van de Noordzee afneemt.
5.3 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s)
De PAK’s zijn afzonderlijk weergegeven in Figuur 5.9 t/m Figuur 5.17. De PAK’s zijn in hogere gehaltes aanwezig richting de Vlaams-Nederlandse grens. Ook bij Hansweert boei OHMG zijn in het verleden hoge gehaltes gemeten. Er is geen consistente temporele trend waar te nemen, maar de gemiddeldes liggen in de periode na 2007 over het algemeen lager dan in de periode voor 2007.
5.4 Polychloorbifenylen (PCB’s)
De PCB’s in het bodemsediment worden zowel afzonderlijk als gesommeerd weergegeven. In Figuur 5.18 t/m Figuur 5.21 zijn de onderstaande PCB’s afzonderlijk weergegeven. In Figuur 5.22 is de sommatie van de PCB’s weergegeven. De verschillende PCB’s die in deze rapportage zijn gerapporteerd en gesommeerd zijn terug te vinden in tabel 5.1.
In eerdere rapportages zijn de volgende PCB’s afzonderlijk en als som gepresenteerd:
- 2,2’,3,4,4’,5,5’-heptachloorbifenyl (PCB180)
- 2,2’,3,4,4’,5’-hexachloorbifenyl (PCB138)
- 2,2’,4,4’,5,5’-hexachloorbifenyl (PCB153)
- 2,2’,4,5,5’-pentachloorbifenyl (PCB101)
- 2,2’,5,5’-tetrachloorbifenyl (PCB52)
- 2,3’,4,4’,5-pentachloorbifenyl (PCB118)
- 2,4,4’-trichloorbifenyl (PCB28)
x |
---|
2,2’,3,4,4’,5,5’-Heptachloorbifenyl (PCB180) in ug/kg drooggewicht in bodem/sediment |
2,2’,3,4,4’,5’-Hexachloorbifenyl (PCB138) in ug/kg drooggewicht in bodem/sediment |
2,4,4’-Trichloorbifenyl (PCB28) in ug/kg drooggewicht in bodem/sediment |
2,2’,5,5’-Tetrachloorbifenyl (PCB52) in ug/kg drooggewicht in bodem/sediment |
De PCB’s die in deze rapportage zijn meegenomen laten allen een vergelijkbaar beeld zien. De concentratie PCB’s neemt af in stroomafwaartse richting. Verder stroomopwaarts lijkt een afname in de hoeveelheid PCB’s over de tijd zichtbaar te zijn. Met name de stations Schaar van Ouden Doel, Bath boei 68 en Bath boei 71 laten deze afname zien.
De gegevens voor PCB153 ontbreken. Deze worden mogelijk in een volgende rapportage weer aangevuld.
De gegevens voor PCB101 ontbreken. Deze worden mogelijk in een volgende rapportage weer aangevuld.
De gegevens voor PCB118 ontbreken. Deze worden mogelijk in een volgende rapportage weer aangevuld.
Net als voor de afzonderlijke PCB’s neemt de totale hoeveelheid PCB’s in het bodemsediment af in de richting van de Noordzee (figuur 5.22). Met name bij de oostelijke stations Schaar van Ouden Doel, Bath boei 68 en Bath boei 71 is er een afname van totaal PCB in de tijd.
5.5 Organotinverbindingen
Tributyltin is de enige organotinverbinding die wordt gemeten in het bodemsediment. In Figuur 5.23 is de hoeveelheid tributyltin over de jaren weergegeven per station. De gehaltes vanaf 2010 zijn op de meeste stations lager dan die van 2001 en 2004. Ruimtelijk gezien zijn er grote variaties. Tot en met 2010 is Tributyltin gemeten in de slibfractie van het bodemsediment, daarna in het totale sediment.